Vier eeuwen overbrugd in de Augustijnenkerk
© AD-De Dordtenaar, 16 augustus 2010 / Ger van der Tang
Ad van Pelt, orgel, Geertje van Wijngaarden, sopraan. Gehoord: 14 augustus, Augustijnenkerk
DORDRECHT* In de Augustijnenkerk was zaterdag iets bijzonders te beleven. De Woerdense organist Ad van Pelt speelde er twee delen uit De Psalmen Davids van de Dordtse componist Hendrick Speuy (1575-1625), ooit organist van zowel de Augustijnen- als de Grote Kerk.
Historisch interessant: het gaat om de eerste muziek voor klavier die in ons land in druk verscheen (1610). En Speuy's muziek is prachtig. Zijn bewerking van psalm 128, Salich is hy bevonden, maakte indruk door de volheid van klank en in psalm 100, Ghy Volckeren des Aertrijcz, hoorden we fraaie omspelingen van de psalm-melodie.
En dan te bedenken dat Speuy zelf deze muziek 400 jaar geleden in dezelfde kerk ten gehore bracht, op de oudste van de drie voorgangers van het Maarschalkerweerdorgel. Een orgel, waarvan het draagpositief voor in het schip stond en het pijpwerk in de zijbeuk.
Het verdere programma boeide niet minder. Geertje van Wijngaarden (sopraan) bracht liederen van Samuel Scheidt, die qua sfeer mooi bij diens tijdgenoot Speuy aansloten. Warm gezongen, en woord voor woord verstaanbaar. Ook overtuigde zij in Bachs Nun lob, mein Seel', al zou de passage naar het hoge register soepeler mogen. Haar I know that my Redeemer liveth uit de Messiah was in een woord prachtig.
Ook Ad van Pelt liet zich nog solo horen. Indrukwekkend in Bachs Preludium en fuga in G (BWV 541), met een fascinerend slot. Daarna werken van Händel, waaronder een luchtige mars uit de opera Alcina. Het duo verraste nog met Valerius' O Nederland let op uw zaak (bewerking Albert de Klerk). En een Sortie van de Parijzenaar Thédore Dubois was het spectaculaire slot van een mooi inloopconcert.