Altaarstuk Augustijnenkerk opgedoken
Ecce Homo
Dordrecht
"Dit altaarstuk was ons volledig onbekend", zegt een opgetogen Aart de Boon van de Augustijnenkerk, een voormalige kloosterkerk waarin tegenwoordig een Gereformeerde Bondsgemeente kerkt.
De Boon, sinds jaar en dag rondleider in het kerkgebouw, spreekt over het Drenckwaert-triptiek, een drieluik uit 1544 van de hand van de bekende Nederlandse schilder Maarten van Heemskerck. Het altaarstuk blijkt te staan in Nationaal Muzeum Narodowe in de Poolse hoofdstad Warschau. Omdat het momenteel door deskundigen van het Amerikaanse Getty Museum in Los Angeles wordt gerestaureerd, kreeg De Boon onlangs een mailtje uit Amerika. Of hij genegen was drie betrokkenen bij het restauratieproject te willen rondleiden. Ze wilden namelijk graag de oorspronkelijke omgeving van het drieluik bestuderen. Natuurlijk kon dat, en onlangs zijn ze rondgeleid.
Aart de Boon was totaal verrast door het mailtje, omdat dit altaarstuk "ons volledig onbekend was". Hij vindt het heel bijzonder dat op deze manier "een stukje geschiedenis van onze kerk is teruggevonden".
In zijn boek schrijft Van Duinen dat er van de altaarstukken - waarvan er minstens vier moeten zijn geweest - eigenlijk niets bekend is. "Aan de ene kant verraste de 'vondst' me, aan de andere kant ook weer niet."
In een catalogus van het Rijksmuseum Amsterdam, uitgegeven in 1986 naar aanleiding van de tentoonstelling "Kunst vóór de beeldenstorm" staat namelijk een grote zwart-wit-foto van het Drenckwaert-triptiek, en een kort bijschrift over de afgebeelde personen. Bij de naam "Drenckwaert", bekend vanwege zijn wreedheden tegenover protestantse ketters, had er bij hem een belletje moeten gaan rinkelen. Maar dat deed het niet. "Ik hád het dus kunnen weten, maar dat is achteraf praten."