De restauratie van 1994-1996
In de archieven vonden wij het interessante artikel van dhr. A. Nelemans over de restauratie van de Augustijnenkerk in de jaren 1994-1996.
Het kerkgebouw
In Dordrecht staat in een kromming van de Voorstraat de Augustijnenkerk, die eigendom is van de Nederlandse Hervormde Kerk. Het is oorspronkelijk een kloosterkerk, die gesticht is in 1293. Deze eenbeukige kerk werd omstreeks 1440 uitgebreid met een zijbeuk, waarbij acht schitterende pilaren met koolbladkapitelen geplaatst werden. In 1512 brandde de kerk (gedeeltelijk) uit, maar werd herbouwd. Muurwerk en kapellen bleven gespaard. In 1776 was er weer brand, en werd de kerk voorzien van een monumentale voorgevel met twee identieke ingangspartijen, dit alles in klassieke stijl. Aan de zuidzijde van de kerk zijn er drie kapellen, van oost naar west: een driezijdig gesloten kapel met gehavend grafmonument van Willem van Beveren uit 1631 (wordt ook gerestaureerd), een brede recht gesloten kapel met grafmonument van Meijndert van Segwaard uit 1700, en een driezijdig gesloten doopkapel, met een stenen gewelf. Er staat een eenvoudige preekstoel, die evenwel het oudste meubelstuk van Dordrecht is. Hij dateert uit ca. 1500. Onder de preekstoel hangt een kunstig gesneden pelikaan. Op de orgelpartij uit 1776 staat een orgel uit 1899 van Maarschalkerweerd.
Ontdekkingstocht
Begin jaren tachtig werd schrijver dezes benaderd met de vraag of hij een boek over de kerk wilde schrijven. Na positief gereageerd te hebben, dook ik de archieven in, en ontdekte veel geschiedkundige feiten over deze kerk, met wel als belangrijkste gegeven, dat deze kerk de eerste kerk in de Nederlanden is, waar het protestantisme werd gepredikt in 1515. Tijdens het 700-jarig bestaan van de kerk kwam het boek, getiteld 'De Augustijnenkerk van Dordrecht' uit. Ook ging ik het kerkgebouw eens goed bekijken. Zo vond ik o.a. in de buitenmuren sporen van dichtgemetselde ramen en deuren, vond in de kerk de oude deur van het orgel uit 1555, en vond achter het huidige orgel de plaats waar de orgeltrapper stond. Hier staan in het hout heel wat namen vermeld. Tot mijn grote verbazing vond ik een heel andere luidklok in het klokketorentje, dan tot nu toe vermeld was. Het bleek nl. een klok te zijn van de beroemde klokkegieter Petrus Hemony uit 1673. Een bijzondere vondst. Ook andere zaken zagen we, de dakconstructie van de kerk had veel zwakke punten, o.a. door de boktor, muren waren in slechte staat, ook de vloer waarop de kerkbanken stonden, kraakte soms onheilspellend.
Restauratie
In 1994 werd het startsein voor de restauratie gegeven. De kosten zouden 4, 1 miljoen gulden bedragen. In juni 1994 werd begonnen met het verwijderen van het meubilair. Over het algemeen waren dit kerkbanken. De preekstoel en het orgel werden stofvrij ingekapseld, en daarna werden de banken afgevoerd. Nu kon men de houten vloer gaan openbreken. Dit was een belangrijk moment. Sinds 1861 lag deze houten vloer al in de kerk, en men wist niet wat voor zerken er onder zouden liggen. Uiteraard waren we erbij. Het was al direct raak! Er kwam een gotische zerk uit 1528 te voorschijn met op de hoeken de symbolen van de apostelen. Het was heel interessant, en zelfs de slopers van de vloer kregen er belangstelling voor. Instellingen als Monumentenzorg en ook archeologen toonden belangstelling. Onder de houten vloer kwam, behalve vuil, en heel veel stof, ook een deels versleten maar toch prachtige zerkenvloer uit de 16e eeuw te voorschijn. Deze blauwgrijze natuurstenen vloer was afkomstig uit Namen of Doornik. Uiteraard werden iedere week wel een paar dia's genomen. In die hardstenen vloer lagen veel grafzerken, wel zo'n 180 stuks. Enkele werden gevonden op de grond van de grafkelder. Blijkbaar was zo'n steen erin gevallen, en heeft men die er maar laten liggen. Eruit halen was een heel karwei, een zerk weegt gemiddeld 3000 kilo. Naast de zerken vonden we ook op sommige plaatsen ijsselsteentjes, later kwamen we er achter dat dat de ingangen waren tot de grafkelders. Op enkele delen was de vloer ingestort, of stond op instorten. Het was in die tijd beslist gevaarlijk om in de kerk te komen. Gelukkig werden er linten omheen geplaatst.
Onderzoek
Inmiddels was het bouwvakvakantie geworden. Wij, schrijver en enkele leden van de Archeologische Werkgemeenschap, deden onderzoek naar de zerken. De zerken werden van centimeters stof en vuil ontdaan. Je moest dan wel een stofkapje opdoen. Dan werd er bekeken wat voor namen er op zo'n steen stonden. Vele verrassende vondsten werden gedaan. Ook het architectenbureau deed een onderzoek, en maakte hiervan een lijvig rapport. Naast de al eerder genoemde zerk, kwamen er nog meerdere zerken met gotisch schrift te voorschijn. Het bleken graven van muntmeesters te zijn van de Dordtse Munt. Verder kwamen soms ook teksten te voorschijn zoals 'bidt voor de siele' of de ontroerende tekst 'diens ziele God genadig sij'. Ook kon je bij sommige zerken rampen aflezen, zoals epidemieën zoals de pest. Zo vermeldde een zerk de namen van drie personen die achter elkaar gestorven waren.
Daarnaast deed ik ook onderzoek naar oude grafboeken uit 1621 en 1690, waaruit ongeveer 5000 namen zijn teruggevonden van mensen, die in deze kerk begraven liggen. Van deze 5000 is een groot percentage kinderen!
Rijke en arme mensen werden hier begraven. Enkele van die rijke mensen noemen we u. Zo ligt hier begraven de wereldberoemde schilder Aelbert Cuyp. Ook de beroemde schilders Abraham van Jacob van Strij liggen hier begraven. Ook liggen hier predikanten begraven zoals ds. Van den Corput, Van der Eijck, Dibbitz, Lambertus, Leo, Vossius, enz.
Sommige stenen waren versleten, andere waren heel fraai. Zo ook de zerk van Adriaan Maten. Door de vondst van deze steen kon weer een stukje Dordtse geschiedenis van de Verenigde Oostindische Compagnie worden bijgeschreven. De tekst op de zerk luidt:
'Hier onder rust den Edelen Achtbaeren Heer Adriaan Maten: in syn Edelhyts leven Commandeur van Malabar, Cannara en Wingurla, van Batavia als Admiraal en Oppelbevelhebber over XVI kloeke en Seer Ryk Gelade retourschepen in dezen Landen overgekomen op den XXX luny MDCCXXXVII Sterft den XXII february MDCCXXXVIII Out Synde LII laeren en XI Maenden.'
De oudste grafsteen is van Jan van Dufre, en dateert van 1523. Verder zijn er verschillende gildegraven, zoals het metselaarsgraf, de Schippersgraven, het pottenbakkersgraf, en de graven van de munters. Er is één steen die zeer zwaar en dik is. Hij meet 3.43 x 1.94 m en is 26 cm dik. De steen weegt ongeveer 6800 kilo! In de maanden september en oktober werden alle zerken gelicht en elders opgeslagen.
Bij het lichten van de zerken kwamen er vele grafkelders bloot. Het was één groot 'Memento Mori-Gedenkt te sterven'. Zo schreef ook ds. De Groot, dat de dood heerste onder de vloer, maar dat het levende Woord boven de vloer nog mocht gepredikt worden. Een grafmonument verwoordt dat heel mooi: 'De dood is verslonden tot overwinninge'.
De archeologen vonden ook nog veel fragmenten van aardewerk, Engels en Chinees porselein, en een piepklein fragmentje houtsnijwerk van een kopje. Van alle kelders werden foto's door het architectenbureau gemaakt. Daarna brak men de muurtjes enigszins af, later de betonlaag, en vervolgens stortte men de kelders vol met Argex-korrels. Deze lichte korrels werden toegepast om de vloer niet zwaarder te maken dan nodig was. Na de Argex-korrels bracht men over de kelders een laag schoon zand aan. Hiermee is dus duidelijk, dat de kelders bewaard zijn gebleven. Als men wil, kan men in de toekomst na verwijdering van de betonlaag de keldertjes weer terugzien, dit is belangrijk omdat sommige kelders een plavuisvloer bezitten. Verder zijn er in de kerk nog een aantal overwelfde grafkelders, die behoorlijke afmetingen hebben. Uiteraard waren die kelders van de 'rijke' mensen.
Na dit alles werden de fraaie kroonluchters uit 1864 verwijderd, want ook deze lampen moesten nagezien worden. Vervolgens trof de bouwvakstaking de kerk. Dit duurde circa vier weken. Na de staking ging men verder. Men trof een nis aan, die waarschijnlijk als piscine dienst heeft gedaan. Hier liet de priester het wijwater weglopen (Gods water op Gods akker laten lopen). Het water liep namelijk via de buitenmuur naar buiten. Ook werd er een ondergrondse gang gevonden naar de kerk, die echter weer dichtgemetseld werd.
Zolder en muren
Hoog boven in de kerk, op de zolder gebeurde ook het één en ander. Totaal verrotte balken of delen daarvan werden vernieuwd. Totaal vermolmd, en door boktor en houtworm aangetast moesten sommige balken worden verwijderd en de rotte delen vernieuwd worden.
De muren van de kerk zijn verbonden met lange bouten met de betonnen vloer. Ook werd de buitenzijde van de muren aangepakt. Zo haalde men de slechte stenen uit de muur, en metselde er weer gave ijsselsteentjes in. Na dit alles kon ook de schilder zijn gang gaan. Voor hij echter de ramen kon schilderen moesten er eerst verscheidenen ramen 'aan de regenkant' worden vervangen. In deze ramen is niet meer glas-in-lood, maar wel houten stijlen uit 1776. Volgens Monumentenzorg zijn dit al vroege stijlen, dus oud voor houtwerk. Ook het tongewelf van de kerk kreeg een beurt. Voorzichtig werd de verflaag eraf geschrapt. Men kwam 6 lagen tegen, voordat men op de originele verflaag terecht kwam. Hierdoor kon men het gewelf weer in de oorspronkelijke kleur terugbrengen.
Bijzonder was de ontdekking van een tweetal muurschilderingen uit de 16e eeuw. Van deze schilderingen blijven kleine gedeelten zichtbaar. Alles werd hersteld, en weer van een nieuwe stuclaag voorzien. Daarna begon men weer de zerken precies op hun plaats terug te leggen, nadat men eerst een vloerverwarming had aangebracht. Ook heeft men indirecte verlichting boven in de kerk gemaakt, waardoor het gewelf schitterend verlicht wordt.
Als laatste verrassing kan gelden de sluitsteen, die hoog in het gewelf van de doopkapel hing (Schrijverskapel). Men dacht, dat deze steen aangetast was door de tand des tijds. Na onderzoek werd de steen ontdaan van 15 lagen kalk! Toen kwam een prachtig stukje middeleeuws beeldhouwwerk tevoorschijn, een engel voorstellende, gedateerd ca. 1450. Naast de al aanwezige sluitsteen uit de andere kapellen is dit een bijzondere aanwinst.
Na dit alles werden de banken weer teruggeplaatst, alhoewel niet in alle gevallen, omdat in het schip van de kerk stoelen komen te staan. Hierdoor zullen de zerken altijd te zien zijn. Ook werd er voor in de kerk nog een glazen wand geplaatst, waarop de tekst (als je de kerk binnen komt): 'In den beginne schiep God den hemel en de aarde', en de tekst (als men de kerk weer verlaat): 'De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen'.
Op 23 februari 1996 werd de kerk officieel heropend. We hopen, dat ook door deze restauratie het Woord Gods nog in de lengte van 'dagen hier mag verkondigd worden.
Afbeeldingen van diverse grafstenen en grafmonumenten van de Augustijnenkerk
Meer informatie over de inventarisatie van de grafzerken en documentatie van de graven